Werkdagverslag
NOVEMBER 2019
Workshop Kleinschalig heidebeheer
Kappen van bomen
Plaggen
Plaggen is het uitsteken de zode. Dat kan zijn om vergrassing tegen te gaan, maar ook een monotome hei gevarieerder te maken.
Voor het faunabeheer is een patroon van visgraatplagstroken bedacht.
De plagbanen zijn relatief smal en worden afgewisseld door banen ongeplagde heide. Vanuit deze banen kan zowel het planten- als dierenleven zich over de geplagde stroken verspreiden.
Het voordeel van deze werkwijze is niet alleen de kleine schaal waarop er geplagd wordt. Door het visgraatmodel ontstaan er lange grenzen tussen geplagde en ongeplagde heide. Deze grenzen zorgen voor veel luwte-, zon- en schaduwzijden. Deze overgangen zijn vooral favoriet bij insecten, amfibieën, reptielen en vogelsoorten.
Wespen
Naast deze ecologisch verantwoorde beheerwerkwijze wordt er ook speciaal rekening gehouden met de aanwezigheid van bijen, wespen en mieren (de zogenaamde aculeaten). Door het maken van kale plekken in geaccidenteerd terrein, zuidhellingen of in dichte monotone heidevegetaties. Hierbij wordt handgereedschap gebruikt, zoals een hak, hark en plagschop. Na één seizoen resulteert dit vaak al tot mooie populaties heidezandbijen en hun koekoeksbijen. Ook maken zandloopkevers massaal gebruik van dit soort kleine kale plekken om hun larven af te zetten.
Waar voorheen in de heide angstvallig de braam bestreden werd –met name langs akkerranden en fietspaden– laten we die nu ongestoord bloeien. Ze vormen zo een prachtige nectarkroeg in een periode dat er leemte is in bloeiende planten. Op de bloem vind je er naast penseelkevers ook rupsendoders en soms zelfs een heidehommel
Belangrijke stelregel in het beheer is dat er een afwisseling moet zijn.
Hoe meer afwisseling, hoe groter de faunadiversiteit zal zijn
Overzicht van de data, de locatie en het soort werk voor het komend seizoen. Bekijk >